Oorzaken van overgewicht

Bij het ontstaan van overgewicht kunnen veel factoren een rol spelen. Soms is het een combinatie van factoren. Hieronder vind je een aantal bekende, maar wellicht ook minder bekende oorzaken.

  • De hoeveelheid calorieën

Het zal je niet onbekend in de oren klinken dat je van te veel eten dik kunt worden. Als je wilt afvallen is het ook zeker verstandig om te kijken of je niet te veel eet. Toch hoeft overgewicht niet altijd het gevolg te zijn van te veel eten. Vaak hoor je mensen zeggen “ik word van water al dik”. Vaak is de balans verstoord in de hormonenhuishouding. Hormonen zijn boodschapperstofjes die de communicatie verzorgen tussen de hersenen, bepaalde organen en de rest van het lichaam. Het gaat hier dus niet om de geslachtshormonen, maar om alle hormonen die in een bepaalde balans moeten zijn. We moeten leren op een andere manier naar gewicht te kijken:  Wat doet een bepaald voedingsmiddel op het niveau van de hormonen?

  • Vertering

Je bent wat je verteert. Dat is een waarheid als een koe. Om te kunnen verteren heb je spijsverteringssappen nodig die boordevol enzymen zitten. Die enzymen kunnen alleen hun werk doen als de omstandigheden goed zijn. Zo moet je de tijd nemen voor het eten. De zuurgraad van je maag moet goed zijn. Je hebt voldoende vitaminen en mineralen nodig. In dat verteringsproces spelen ook darmbacteriën een belangrijke rol. Grofweg kun je deze indelen in goede en slechte bacteriën. Jij bepaalt welke bacteriën je te eten geeft. De goede of de slechte…, als verhoudingen niet kloppen kan dat tot overgewicht leiden.

  • Volwaardige voeding

Een volwaardige voeding (voldoende eiwitten, vetten, koolhydraten, vitaminen en mineralen) is nodig om alle processen in jouw lichaam goed te laten verlopen. Bij gezonde voeding kun je lezen welke aspecten hier allemaal belangrijk zijn. Je kunt natuurlijk ook direct de “voedingspiramide” downloaden, waarin je kunt lezen wat je minimaal nodig hebt om alles binnen te krijgen.

  • De verschillende functies van eten

Naast het feit dat je eten nodig hebt om gezond te blijven, heeft het ook een psychologische functie en een sociale functie. Gezegden als ‘even een bakje koffie doen’ zijn verweven in onze cultuur en zijn belangrijk. Het is belangrijk te onderzoeken in welke mate de psychologische factoren en sociale gebeurtenissen van invloed zijn op je eetgewoonten.

  • Lichaamsbouw

Iedereen heeft een andere bouw. De bouw is van invloed op de snelheid waarmee je beweegt, energie verbrandt etc. Grofweg kun je een driedeling aanbrengen in soorten bouw.

Ectomorf: Deze mensen hebben een slanke bouw en komen niet makkelijk aan.

Mesomorf: Deze mensen hebben een gemiddelde bouw.

Endomorf: Deze mensen hebben een ‘zware’ bouw en komen makkelijk in gewicht aan.

Met  bepaalde voedingsmiddelen en verhouding van voedingstoffen kun je jouw bouw ondersteunen of juist tegenwerken.

Via de website www.gottswaal.nl kun je de constitutietest doen. Soms zie je dat je verandert in de loop van je leven door allerlei omstandigheden. Het is dan goed om de test te doen, zoals je als kind/tiener was en zoals je nu bent.

  • Insuline-glucosehuishouding (glycemische index)

Insuline is een hormoon dat een rol speelt bij de verwerking van koolhydraten. Koolhydraten zijn een verzamelwoord voor verschillende soorten suikers.  Als je veel koolhydraatrijke voedingsmiddelen eet (brood, pasta, koek etc.) heb je meer insuline nodig. Insuline heeft als bijwerking dat het de opslag van vet bevordert.  Je moet dus voorkomen dat de insulinespiegel in het bloed te hoog wordt. Dit kan door:

  • De maaltijden goed te verdelen over de dag.
  • Een lichte beperking van de hoeveelheid koolhydraten per dag. Neem een schepje aardappelen minder bijvoorbeeld.
  • Het beperken van suiker en de producten waar het in verwerkt is (zoals koek en snoep).
  • Kies “langzame” koolhydraten zoals volkoren producten (havermout, roggebrood, beetgare pasta).

  • De schildklier

Bij een schildklierafwijking is de ruststofwisseling afwijkend. De ruststofwisseling is de hoeveelheid energie die je nodig hebt om je lichaam op temperatuur te houden, adem te halen en je hart te laten kloppen. Je kunt het vergelijken met een thermostaat. Bij overgewicht is de thermostaat vaak te laag afgesteld, waardoor je onvoldoende verbrandt.

Belangrijk is dat je niet te streng gaat lijnen, anders vertraag je de stofwisseling nog meer! Ook is het belangrijk dat je lichaam (dus via voeding) voldoende vitamine D, jodium, zink en selenium tot zijn beschikking heeft. Helaas zijn dit mineralen die bij veel mensen juist onvoldoende in de dagelijkse voeding voorkomen.

  • Stress

Langdurige stress heeft een negatieve werking op het gewicht bij bepaalde type mensen (de mesomorf en de endomorf types). Door de stress nemen de ontstekingsreacties toe, wat een negatief effect heeft op de gezondheid. Bij stress denken mensen vaak aan psychische stress maar ook lichamelijke stress heeft dit effect.

  • Beweging

Voldoende beweging is erg belangrijk voor het in stand houden van een goed gewicht. Probeer een vorm van beweging te vinden die je leuk vindt! Je houdt het dan veel beter vol.

Beweging zorgt ervoor dat je ruststofwisseling niet te veel daalt als je iets minder gaat eten.

Daarnaast zorgt voldoende beweging er voor dat je minder ontstekingsreacties in je lichaam aanmaakt. Bij voldoende beweging gaat je lijf makkelijker van de koolhydraatverbranding naar de vetverbranding. Vooral krachttraining schijnt in dit opzicht goed te werken. Laat je eventueel begeleiden door een sportfysiotherapeut/fysioloog. Het is wel belangrijk dat je voldoende energie hebt om te gaan sporten. Bij een lege accu gaat dit op termijn niet goed.

  • Leptineresistentie

Leptine is een hormoon dat gemaakt wordt door de vetcellen. De taak van leptine is om de hersenen duidelijk te maken hoeveel vetreserve er nog is. Als leptine zijn taak minder goed kan doen, wordt het lichaam op het verkeerde been gezet. De hersenen krijgen het signaal “voldoende vetreserve aanwezig” dan niet goed door. Het lichaam gaat dus gewoon door met de opslag van vet.. en het gewicht neemt toe.

Onvoldoende gevoeligheid voor het hormoon leptine wordt vaak waargenomen bij mensen met overgewicht. Factoren die de gevoeligheid kunnen beïnvloeden zijn:

  • Vetrijke producten, met name van verzadigd vet (van dierlijke afkomst zoals volle melkproducten, kaas en vet vlees).
  • Langdurig streng diëten of vasten.
  • Gebruik van smaakversterkers (E 621 – 625; zoals vetsin).
  • Mogelijk kunnen gluten een leptineresistentie veroorzaken, maar hier moet nog meer onderzoek naar gedaan worden.

  • Andere aandoeningen

Meerdere mensen hebben last van bepaalde allergieën. Er zijn gangbare allergieën (van het immunoglobuline E type) en minder gangbare allergieën (van het immunoglobuline G type). Hierdoor kunnen ontstekingsprocessen de overhand krijgen die gewichtstoename tot gevolg hebben. Helaas merk je dat niet altijd direct in de vorm van buikklachten bijvoorbeeld. Klachten als vermoeidheid en gewrichtspijn kunnen het gevolg zijn van allergische overgevoeligheden van het type immunoglobuline G.